Ga direct naar:
Huurbepalingen
Welke regels gelden er wanneer u via Mediastar huurt?
  
											 
Mediastar BV treedt op als bemiddelaar voor derden, of verhuurt eigen panden. 
 
In beide gevallen gelden dezelfde algemene voorwaarden: 
 
 
 
ALGEMENE BEPALINGEN HUUROVEREENKOMST 
                                WOONRUIMTE
                                Model door de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) 
                                op 30 juli 2003 vastgesteld en op 31 juli 2003 
                                gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank te 
                                Den Haag en aldaar ingeschreven onder nummer 
                                74/2003. ledere aansprakelijkheid voor nadelige 
                                gevolgen van het gebruik van de tekst van het 
                                model wordt door de ROZ uitgesloten.
                                Gebruik
                                1.1 Huurder dient het gehuurde -gedurende de 
                                gehele duur van de overeenkomst -daadwerkelijk, 
                                behoorlijk en zelf te gebruiken uitsluitend 
                                overeenkomstig de in de huurovereenkomst 
                                aangegeven bestemming en met inachtneming van 
                                bestaande beperkte rechten en de van 
                                overheidswege, brandweer en de nutsbedrijven 
                                gestelde of nog te stellen eisen ten aanzien van 
                                het gebruik van het gehuurde. Onder 
                                nutsbedrijven wordt tevens verstaan soortgelijke 
                                bedrijven die zich bezighouden met de levering, 
                                het transport en de meting van het verbruik van 
                                energie, water en dergelijke. Tenzij er bij 
                                aanvang van de huurovereenkomst sprake is van 
                                verhuur van gestoffeerde en/of gemeubileerde 
                                woonruimte, dient huurder het gehuurde bij 
                                aanvang van de huur te stofferen en te 
                                meubileren. Huurder zal het gehuurde voldoende 
                                gestoffeerd en gemeubileerd houden.
                                1.2 Huurder zal zich gedragen naar de mondelinge 
                                of schriftelijke aanwijzingen door of namens 
                                verhuurder gegeven in het belang van een 
                                behoorlijk gebruik van het gehuurde en van de 
                                ruimten, installaties en voorzieningen van het 
                                gebouw of complex waarvan het gehuurde deel 
                                uitmaakt.
                                1.3 Huurder is -zonder voorafgaande 
                                schriftelijke toestemming van verhuurder -niet 
                                bevoegd het gehuurde geheel of gedeeltelijk in 
                                huur, onderhuur of gebruik aan derden af te 
                                staan, daaronder begrepen het verhuren van 
                                kamers en het verlenen van pension of het doen 
                                van afstand van huur. Een door of vanwege 
                                verhuurder gegeven toestemming is eenmalig en 
                                geldt niet voor andere of opvolgende gevallen.
                                1.4 Ingeval huurder handelt in strijd met het 
                                bepaalde in 1.3 verbeurt hij aan verhuurder per 
                                kalenderdag dat de overtreding voortduurt een 
                                direct opeisbare boete, gelijk aan driemaal de 
                                op dat moment voor huurder geldende huurprijs 
                                per dag met een minimum van € 45,-- per dag, 
                                onverminderd het recht van verhuurder om 
                                nakoming dan wel ontbinding wegens wanprestatie, 
                                alsmede schadevergoeding te vorderen voor zover 
                                de schade de boete overstijgt. Verder dient 
                                huurder alle daardoor verkregen inkomsten aan 
                                verhuurder af te dragen.
                                1.5 Indien verhuurder redenen heeft om aan te 
                                nemen, dat huurder het gehuurde zonder 
                                toestemming van verhuurder geheel of 
                                gedeeltelijk in gebruik of onderhuur heeft 
                                afgestaan of daarin pension verleent, is huurder 
                                verplicht mee te werken aan een daarop gericht 
                                onderzoek van verhuurder. Desgevraagd is huurder 
                                onder meer verplicht de personalia van de 
                                gebruiker(s) of onderhuurder(s) te verstrekken.
                                1.6 Het is huurder niet toegestaan tot het 
                                gehuurde behorende bergruimten, garages e.d. als 
                                leefruimte, als opslag anders dan voor eigen 
                                niet-bedrijfsmatig gebruik, als werkplaats of 
                                als verkoopruimte te gebruiken dan wel 
                                anderszins in of nabij deze ruimten verkopingen 
                                te houden of te doen houden.
                                1.7 Verhuurder is gehouden om het gehuurde op de 
                                beoogde ingangsdatum van de huur aan huurder ter 
                                beschikking te stellen. Wanneer verhuurder 
                                echter buiten zijn schuld het gehuurde niet 
                                tijdig ter beschikking kan stellen -bijvoorbeeld 
                                doordat de vorige huurder in strijd met gemaakte 
                                afspraken het gehuurde niet tijdig heeft 
                                ontruimd, verhuurder tijdig aangevraagde 
                                vergunningen niet tijdig heeft verkregen of 
                                doordat het gehuurde niet tijdig is 
                                gereedgekomen -is verhuurder daarvoor niet 
                                aansprakelijk en vangt de huur eerst aan op de 
                                datum waarop verhuurder het gehuurde aan huurder 
                                ter beschikking stelt, dit laatste tenzij 
                                huurder voordien schriftelijk aan verhuurder 
                                heeft meegedeeld dat hij de huur niet meer 
                                gestand wenst te doen. Wanneer verhuurder het 
                                gehuurde niet tijdig ter beschikking kan stellen, 
                                is verhuurder slechts gehouden om onverwijld die 
                                maatregelen te treffen die een verdere 
                                vertraging tot een minimum beperken.
                                Toestand bij begin en einde huur
                                2.1 Het gehuurde wordt/is bij aanvang van de 
                                huurovereenkomst aan huurder opgeleverd en door 
                                huurder aanvaard in goede staat, zonder gebreken. 
                                Dat is de staat waardoor het gehuurde aan 
                                huurder het genot kan verschaffen dat huurder 
                                bij aanvang van de huurovereenkomst mag 
                                verwachten van een goed onderhouden zaak van de 
                                soort waarop de huurovereenkomst betrekking 
                                heeft. De staattoestand waarin het gehuurde zich 
                                bij het begin van de huur bevindt, wordt 
                                vastgelegd in een te dateren en in tenminste in 
                                tweevoud op te maken inspectierapport/beschrijving, 
                                dat/die door partijen wordt ondertekend en 
                                waarvan elk van partijen een exemplaar ontvangt.
                                Mocht er bij aanvang van de huurovereenkomst 
                                sprake zijn van een gebrek dan wordt dit in het 
                                inspectierapport de beschrijving vermeld. Een 
                                dergelijk gebrek wordt door verhuurder binnen 
                                een redelijke termijn verholpen. Indien 
                                verhuurder zulks nalaat is verhuurder slechts in 
                                verzuim nadat huurder verhuurder in gebreke 
                                heeft gesteld.
                                2.2 Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, 
                                zal huurder het gehuurde bij het einde van de 
                                huurovereenkomst of bij het einde van het 
                                gebruik van het gehuurde, aan verhuurder 
                                opleveren in de staat die bij aanvang van de 
                                huur is beschreven, waarbij rekening moet worden 
                                gehouden met latere door verhuurder verrichte 
                                werkzaamheden en de normale slijtage en 
                                veroudering.
                                2.3 Verder wordt het gehuurde opgeleverd geheel 
                                ontruimd, vrij van gebruik en gebruiksrechten, 
                                behoorlijk schoongemaakt, onder afgifte van alle 
                                sleutels aan verhuurder. Huurder is verplicht 
                                alle zaken die door hem in, aan of op het 
                                gehuurde zijn aangebracht of door hem van de 
                                voorgaande huurder of gebruiker zijn overgenomen 
                                op eigen kosten
                                1
                                
                                
te verwijderen, tenzij anders schriftelijk is   
                                overeengekomen. Bovendien zal huurder de door de   
                                verwijdering van zaken toegebrachte schade aan   
                                het gehuurde herstellen, de niet behangen wanden   
                                en plafonds in de kleur wit opleveren en indien   
                                tot het gehuurde een tuin behoort, de grond   
                                onvervuild en behoorlijk (zonder kuilen of gaten)   
                                achterlaten.
  
                                2.4 Partijen zullen het gehuurde bij   
                                beëindiging van de huurovereenkomst gezamenlijk   
                                inspecteren. Daarbij wordt door verhuurder een   
                                door partijen te ondertekenen inspectierapport   
                                opgemaakt. Dit inspectierapport wordt vergeleken   
                                met het inspectierapport, dat bij aanvang van de   
                                huur is opgemaakt.
  
                                Vervolgens wordt vastgesteld of huurder   
                                onderhouds- en herstelwerkzaamheden moet   
                                verrichten. Indien huurder geen medewerking   
                                verleent aan de inspectie, worden de in het   
                                inspectierapport weergegeven bevindingen van   
                                verhuurder voor juist gehouden, behoudens   
                                tegenbewijs door huurder.
  
                                2.5 Huurder zal de in het inspectierapport   
                                vermelde onderhouds- en herstelwerkzaamheden   
                                verrichten voordat hij het gehuurde definitief   
                                verlaat.
  
                                2.6 Als huurder geen of onvoldoende uitvoering   
                                geeft aan de in het inspectierapport weergegeven   
                                onderhouds- en herstelwerkzaamheden dan is de   
                                verhuurder gerechtigd om die werkzaamheden voor   
                                rekening van huurder te laten uitvoeren zonder   
                                dat huurder daarvoor door of namens verhuurder   
                                in gebreke behoeft te worden gesteld. Voor eerst   
                                bij of na de ontruiming van de woonruimte aan   
                                het licht tredende schade die huurder had   
                                behoren te herstellen of voor eerst dan   
                                blijkende werkzaamheden die huurder had behoren   
                                te verrichten, is verhuurder eveneens gerechtigd   
                                die werkzaamheden voor rekening van huurder te   
                                laten uitvoeren zonder dat huurder daarvoor door   
                                of namens verhuurder in gebreke behoeft te   
                                worden gesteld.
  
                                2.7 Over de tijd die met de uitvoering van de   
                                werkzaamheden is gemoeid, teneinde het gehuurde   
                                in de staat als bedoeld in 2.2 te brengen,   
                                gerekend vanaf de datum van het einde van de   
                                huurovereenkomst, is huurder aan verhuurder een   
                                bedrag verschuldigd, berekend naar de laatst   
                                geldende huurprijs en vergoeding wegens   
                                bijkomende leveringen en diensten, onverminderd   
                                verhuurders aanspraak op vergoeding van verdere   
                                schade en kosten. Huurder kan aan deze bepaling   
                                geen rechten ontlenen.
  
                                2.8 Huurder verliest het bezit van zaken waarvan   
                                hij wordt geacht afstand te hebben gedaan door   
                                deze in het gehuurde achter te laten bij het   
                                daadwerkelijk verlaten van het gehuurde. Deze   
                                zaken kunnen door verhuurder, naar verhuurders   
                                inzicht, zonder enige aansprakelijkheid   
                                zijnerzijds, op kosten van huurder worden   
                                verwijderd zonder dat op verhuurder een   
                                bewaarplicht rust. Verhuurder is vrij om over   
                                deze zaken te beschikken. Hij heeft het recht om   
                                zich deze zaken toe te eigenen, dan wel voor   
                                risico van huurder op straat te laten zetten,   
                                geheel naar eigen goeddunken. Ook kan verhuurder   
                                ervoor kiezen de betreffende zaken te laten   
                                afvoeren om ze onmiddellijk te laten vernietigen   
                                of om ze tijdelijk op te laten slaan. Als   
                                verhuurder de betreffende zaken heeft laten   
                                vervoeren en doen opslaan kan huurder die zaken   
                                slechts van verhuurder terugkrijgen gedurende de   
                                tijd dat deze zijn opgeslagen tegen betaling   
                                ineens van al hetgeen verhuurder van huurder te   
                                vorderen heeft. Verhuurder is niet aansprakelijk   
                                voor schade aan de betreffende zaken ontstaan   
                                tijdens het verwijderen, het vervoer of de   
                                opslag.
  
                                2.9 Het in 2.8 bepaalde is niet van toepassing   
                                op roerende zaken die huurder heeft overgedragen   
                                aan de opvolgende huurder, mits van deze   
                                overdracht schriftelijk aan verhuurder kennis is   
                                gegeven.
  
                                Verandering van de inrichting of de gedaante   
                                door huurder
  
                                3.1 Huurder zal verhuurder te allen tijde tijdig   
                                tevoren schriftelijk informeren over elke   
                                verandering van of toevoeging aan de inrichting   
                                of de gedaante die huurder in, aan of op het   
                                gehuurde wenst aan te (Iaten) brengen of te   
                                hebben. Onder veranderingen wordt mede verstaan   
                                het aanbrengen van gaten in vloeren, plafonds of   
                                gevels, tenzij het gaat om eenvoudige schroef-   
                                of spijkergaten van geringe afmetingen.
  
                                3.2 Het is huurder niet toegestaan om zonder   
                                voorafgaande schriftelijke toestemming van   
                                verhuurder de inrichting of de gedaante van het   
                                gehuurde geheel of gedeeltelijk te veranderen of   
                                daaraan iets toe te voegen, indien de   
                                veranderingen bij het einde van de huur niet   
                                zonder noemenswaardige kosten door huurder   
                                ongedaan kunnen worden gemaakt en verwijderd.   
                                Veranderingen of toevoegingen die huurder zonder   
                                voorafgaande toestemming van de verhuurder heeft   
                                aangebracht, zullen bij het einde van de   
                                huurovereenkomst door huurder ongedaan worden   
                                gemaakt.
  
                                3.3 Huurder heeft voorafgaande schriftelijke   
                                toestemming van verhuurder nodig voor   
                                veranderingen of toevoegingen op of aan de   
                                buitenzijde van het gehuurde, met inbegrip van   
                                het erf, het balkon, de gemeenschappelijke   
                                ruimten en van de tuin (tenzij het gaat om de   
                                inrichting als siertuin).
  
                                3.4 Tenzij partijen schriftelijk anders   
                                overeenkomen, verleent verhuurder geen   
                                toestemming voor veranderingen en toevoegingen   
                                die huurder wenst aan te brengen indien:
  
                                -daardoor de verhuurbaarheid van het gehuurde   
                                wordt geschaad;
  
                                -de wijziging leidt tot een waardedaling van het   
                                gehuurde;
  
                                -deze niet noodzakelijk zijn voor een doelmatig   
                                gebruik van het gehuurde;
  
                                -deze het woongenot niet verhogen;
  
                                -wanneer zwaarwichtige bezwaren van verhuurder   
                                zich overigens tegen het aanbrengen daarvan   
                                verzetten.
  
                                3.5 Er is in ieder geval sprake van   
                                zwaarwichtige bezwaren van verhuurder, indien de   
                                veranderingen of toevoegingen: -niet voldoen aan   
                                de ter zake geldende overheidsvoorschriften   
                                en/of voorschriften van nutsbedrijven of wanneer
  
                                de eventueel daarvoor benodigde vergunningen   
                                niet zijn verkregen;
  
                                -van onvoldoende technische kwaliteit zijn;
  
                                -de verhuurbaarheid van het gehuurde en/of   
                                naastliggende woningen aantasten;
  
                                -een goed woningbeheer bemoeilijken;
  
                                -overlast en/of hinder aan derden veroorzaken of   
                                kunnen veroorzaken;
  
                                2
  
                                
  
                                
  
                                
-leiden tot het niet meer kunnen toewijzen   
                                van de woning aan woningzoekenden uit de   
                                primaire doelgroep van
  
                                verhuurder;
  
                                -redelijkerwijze schadelijk zijn of kunnen zijn   
                                voor het gehuurde of het gebouw waarvan het   
                                gehuurde deel
  
                                uitmaakt; -de aard van het gehuurde wijzigen;   
                                -in strijd zijn met de voorwaarden waaronder de   
                                eigenaar van het gehuurde de eigendom van het   
                                gehuurde heeft verworven.
  
                                3.6 Verhuurder is bevoegd aan zijn toestemming   
                                voorschriften voor de huurder te verbinden of   
                                daarbij een last op te leggen, met name met   
                                betrekking tot de door hem te gebruiken   
                                materialen en de kwaliteit daarvan, de toe te   
                                passen constructies en de te volgen werkwijzen,   
                                in het bijzonder met het oog op de mogelijkheid   
                                van en de gevolgen voor toekomstig onderhoud en   
                                veiligheid. Verhuurder kan aan een te verlenen   
                                toestemming voorts voorschriften verbinden met   
                                betrekking tot een brand-, storm- en   
                                W.A.-verzekering, met betrekking tot belastingen   
                                en heffingen en met betrekking tot   
                                aansprakelijkheid.
  
                                3.7 Verhuurder zal bij zijn toestemming kenbaar   
                                maken of de veranderingen bij het einde van de   
                                huurovereenkomst wel of niet ongedaan gemaakt   
                                moeten worden. Verhuurder is, in het geval dat   
                                hij ongedaanmaking verlangt, bevoegd een   
                                garantie of een andere zekerheid voor de   
                                nakoming van die verplichting te verlangen. De   
                                ongedaanmaking kan alleen achterwege blijven   
                                indien verhuurder op gezamenlijk schriftelijk   
                                verzoek van huurder en de nieuwe huurder alsnog   
                                akkoord gaat met de handhaving van de door   
                                huurder aangebrachte of door huurder overgenomen   
                                veranderingen of voorzieningen, in die zin dat   
                                deze door de nieuwe huurder kunnen worden   
                                overgenomen. Deze toestemming door verhuurder   
                                kan alleen worden gevraagd door gebruik te maken   
                                van een door verhuurder aan de vertrekkende   
                                huurder of de nieuwe huurder ter beschikking te   
                                stellen overnameformulier. De nieuwe huurder zal   
                                vervolgens op zijn beurt bij het einde van de   
                                met hem gesloten huurovereenkomst voor het   
                                ongedaan maken van de verandering zorg dragen,   
                                tenzij deze opnieuw achterwege kunnen blijven   
                                vanwege het in de eerste zin van de bepaling   
                                gestelde.
  
                                3.8 Huurder is verplicht tot onderhoud en   
                                reparatie van de door hem aangebrachte of   
                                overgenomen veranderingen en toevoegingen. In   
                                het geval huurder van een aan hem voorafgaande   
                                huurder zaken, veranderingen of voorzieningen   
                                heeft overgenomen, zullen deze nimmer kunnen   
                                leiden tot aansprakelijkheid van verhuurder.   
                                Huurder vrijwaart verhuurder voor aanspraken van   
                                derden voor schade veroorzaakt door huurder   
                                aangebrachte veranderingen en voorzieningen.
  
                                3.9 De niet behangen wanden en plafonds in het   
                                gehuurde mogen niet door huurder van behang   
                                worden voorzien. Het is huurder verboden   
                                stickers op verfwerk te plakken en   
                                vloerbedekking direct op de dekvloeren of   
                                trappen te lijmen. Door huurder op wanden   
                                aangebrachte structuur, zoals stucwerk,   
                                structuurverf, granol, putz en dergelijke, dient   
                                bij eindigen van de huurovereenkomst door   
                                huurder ongedaan te zijn gemaakt, tenzij de   
                                opvolgende huurder schriftelijk aan verhuurder   
                                te kennen heeft gegeven dat hij de aangebrachte   
                                structuur op de wanden van huurder overneemt en   
                                dat hij (de opvolgende huurder) op zijn beurt   
                                bij beëindiging van zijn huuroverkomst voor   
                                verwijdering daarvan zal zorgdragen.
  
                                3.10 Een door verhuurder gegeven toestemming is   
                                eenmalig en geldt niet voor ander of opvolgende   
                                gevallen.
  
                                3.11 Verhuurder is niet gebonden aan een   
                                voordracht door huurder van een hem opvolgende   
                                huurder voor het gehuurde; ook niet als die   
                                voorgedragen opvolgende huurder zaken van   
                                huurder of aangebrachte voorzieningen of   
                                wijzigingen in/aan het gehuurde van huurder wil   
                                overnemen.
  
                                3.12 Ten aanzien van de wijzigingen en   
                                voorzieningen aan/in het gehuurde is het   
                                gestelde in 2.1 tot en met 2.9 van de   
                                onderhavige algemene bepalingen van   
                                overeenkomstige toepassing.
  
                                3.13 Alle veranderingen die in strijd met de   
                                voorwaarden van verhuurder door huurder zijn   
                                aangebracht, moeten op eerste aanzegging van   
                                verhuurder ongedaan worden gemaakt.
  
                                3.14 Indien door huurder aangebrachte zaken in   
                                verband met onderhouds- of   
                                reparatiewerkzaamheden aan het gehuurde c.q. het   
                                gebouw of complex waarvan het gehuurde deel   
                                uitmaakt tijdelijk moeten worden verwijderd,   
                                zullen de kosten van de verwijdering, eventuele   
                                opslag en het opnieuw aanbrengen voor rekening   
                                en risico van huurder komen, zulks ongeacht of   
                                verhuurder voor het aanbrengen van de   
                                betreffende zaken toestemming heeft verleend.
  
                                Wijzigingen of voorzieningen door verhuurder
  
                                4.1 Indien en voor zover van overheidswege aan   
                                verhuurder dwingende voorschriften worden   
                                gegeven tot veranderingen, aanpassingen of   
                                verbeteringen van het gehuurde afzonderlijk, dan   
                                wel van het gebouw of complex waarvan het   
                                gehuurde deel uitmaakt, verklaart huurder deze   
                                veranderingen in, op, aan of bij het gehuurde te   
                                zullen toestaan.
  
                                4.2 Indien het gehuurde deel uitmaakt van een   
                                complex van meerdere zelfstandige woningen en   
                                verhuurder het complex, of een gedeelte daarvan   
                                waarvan het gehuurde deel uitmaakt, wenst te   
                                veranderen, aan te passen of te verbeteren,   
                                terwijl die werkzaamheden van overheidswege niet   
                                dwingend zijn voorgeschreven, moet huurder   
                                daartoe de gelegenheid geven mits:
  
                                a. tenminste 70 % van de huurders binnen het   
                                complex, of een gedeelte daarvan, waarvan het   
                                gehuurde deel uitmaakt, met de voorgestelde   
                                verandering, aanpassing of verbetering heeft   
                                ingestemd;
  
                                b. de voorgestelde verandering, aanpassing of   
                                verbetering om technische, organisatorische,   
                                sociale en/of financiele redenen slechts   
                                complexgewijs of per betreffend gedeelte kan   
                                worden aangebracht;
  
                                c. verhuurder huurder tijdig heeft geïnformeerd   
                                over de voorgenomen verandering, aanpassing of   
                                verbetering en met huurder respectievelijk de   
                                bewonerscommissie heeft overlegd.
  
                                4.3 Indien verhuurder volgens 4.1 of 4.2.   
                                gerechtigd of verplicht is bepaalde wijzigingen   
                                of vernieuwingen in of aan het gehuurde aan te   
                                brengen, is het verhuurder toegestaan de   
                                huurprijs te vermeerderen met een bedrag dat in   
                                redelijke verhouding staat tot de door   
                                verhuurder gemaakte kosten van deze ingrepen,   
                                veranderingen en toevoegingen.
  
                                3
Verhuurder zal echter geen verhoging in   
                                rekening brengen voor die wijzigingen of   
                                vernieuwingen die zijn aan te merken als het   
                                verhelpen van achterstallig onderhoud tot het   
                                onderhoudsniveau dat bij de oorspronkelijke   
                                huurprijs past.
  
                                4.4 Huurder heeft het recht om, binnen drie   
                                maanden na het in rekening brengen door   
                                verhuurder van de verhoging van de huurprijs,   
                                deze verhoging ter beoordeling aan de   
                                huurcommissie voor te leggen teneinde de   
                                huurcommissie uitspraak te laten doen of het bed   
                                rag van de verhoging in redelijke verhouding   
                                staat ten opzichte van de door verhuurder   
                                bestede kosten van de verbeteringen (de ingrepen   
                                respectievelijk de voorzieningen). Het   
                                vorenstaande laat onverlet de bevoegdheid van   
                                partijen om binnen acht weken nadat aan hen een   
                                afschrift van de uitspraak van de huurcommissie   
                                is verzonden, een beslissing van de rechter te   
                                vorderen.
  
                                4.5 Bij veranderingen, aanpassingen of   
                                verbeteringen als bedoeld in 4.1 en 4.2 is het   
                                gestelde in 10.5 van toepassing
  
                                Lift
  
                                5.1 Indien tot het complex waarvan het gehuurde   
                                deel uitmaakt een lift behoort zullen huurder,   
                                diens huisgenoten en bezoekers alle   
                                voorschriften, gegeven of nog te geven door of   
                                namens verhuurder, de liftinstallateur of de   
                                overheid, nauwkeurig nakomen.
  
                                5.2 Verhuurder zal zorgdragen voor het afsluiten   
                                van een service-abonnement ten behoeve van de   
                                liftinstallatie.
  
                                Centrale verwarming en warmwaterinstallatie
  
                                6.1 Indien in het gehuurde een eigen,   
                                individueel te bedienen, centrale   
                                verwarmingsinstallatie of een   
                                warmwaterinstallatie aanwezig is, zal huurder   
                                voor het behoud daarvan zorg dragen "als   
                                een goed huurder".
  
                                6.2 Voor rekening van huurder zijn zonder   
                                uitzondering alle kosten voor herstel van schade   
                                ontstaan door nalatigheid, onoordeelkundig   
                                gebruik of het op ondeskundige wijze onderhouden   
                                van de installaties met toebehoren door huurder   
                                zelf of door personen, die door hem zijn   
                                aangewezen.
  
                                6.3 Huurder is verplicht bij vorst alle   
                                maatregelen te nemen die hem ten dienste staan   
                                ter voorkoming van bevriezing van de centrale   
                                verwarmingsinstallatie, de warmwaterinstallatie   
                                en de waterleiding.
  
                                In geval van afwezigheid van huurder gedurende   
                                het stookseizoen, is het -met het oog op   
                                bevriezingsgevaar voor genoemde installaties -huurder   
                                niet toegestaan de radiatoren van de centrale   
                                verwarmingsinstallatie af te sluiten.
  
                                6.4 Indien en voor zover dit niet door   
                                verhuurder voor rekening van huurder geschiedt,   
                                zal huurder voor zijn rekening zorg dragen voor   
                                het afsluiten van een service-abonnement bij een   
                                erkend installatiebedrijf, in welk abonnement   
                                het periodiek onderhoud van de installaties met   
                                toebehoren is begrepen. Verhuurder heeft het   
                                recht op inzage van dit serviceabonnement.
  
                                6.5 Mocht de centrale verwarmingsinstallatie of   
                                de warmwaterinstallatie deel uitmaken van een   
                                groter systeem, dat ook ten dienste staat aan   
                                andere ruimten dan het gehuurde, dan zullen de   
                                verwarming en de warmwaterinstallatie door   
                                verhuurder in bedrijf worden gesteld en gehouden   
                                en zorgt verhuurder voor het afsluiten van een   
                                service-abonnement.
  
                                Gemeenschappelijke of centrale   
                                antenne-inrichting
  
                                7.1 Indien het gehuurde is, wordt, of kan worden   
                                aangesloten op een bestaand gemeenschappelijk of   
                                een centraal systeem voor de ontvangst van   
                                televisie- en radioprogramma's, is het huurder   
                                niet geoorloofd eigen antennes aan te brengen of   
                                te handhaven, of wijzigingen aan het systeem aan   
                                te brengen.
  
                                7.2 Uitsluitend het in het gehuurde aangebrachte   
                                aansluitpunt op de gemeenschappelijke of de   
                                centrale antenneinrichting mag worden gebruikt   
                                voor de aansluiting van ontvangsttoestellen.   
                                Voor deze aansluiting dient huurder gebruik te   
                                maken van voor zijn rekening aan te schaffen   
                                deugdelijke aansluitsnoeren.
  
                                Huurder is aansprakelijk voor de schade aan de   
                                installatie, ontstaan door het gebruik van niet   
                                goed werkende ontvangsttoestellen of   
                                ondeugdelijke aansluitsnoeren.
  
                                Tuin, erf, erfafscheidingen, opstallen
  
                                8.1 Indien tot het gehuurde een tuin of een erf   
                                behoort, is huurder verplicht de tuin aan te   
                                leggen, te gebruiken, te onderhouden en te   
                                handhaven als siertuin en het erf en de tuin   
                                niet te bezigen voor de opslag van zaken, van   
                                welke aard dan ook, of voor het stallen van een   
                                of meer auto's, caravans, boten e.d. Bomen en   
                                struiken, ook de bomen en struiken die bij   
                                aanvang van de huur aanwezig zijn, dienen door   
                                huurder te worden onderhouden en tijdig te   
                                worden gesnoeid. Als bomen of struiken in de   
                                tuin overlast veroorzaken moeten deze op kosten   
                                van huurder worden verwijderd. Indien een   
                                kapvergunning nodig is, dient huurder deze met   
                                medeweten van verhuurder voor zijn rekening aan   
                                te vragen. Schade veroorzaakt door bomen,   
                                struiken of andere beplanting is voor rekening   
                                van huurder.
  
                                8.2 Het is huurder niet toegestaan zonder   
                                toestemming van verhuurder erfafscheidingen,   
                                schuren, getimmerten en andere opstallen te   
                                plaatsen, te wijzigen of te verwijderen.
  
                                8.3 Het bepaalde in 3.1 tot en met 3.14 is van   
                                overeenkomstige toepassing.
  
                                4
Zonwering
  
                                9.1 Het is huurder niet toegestaan uitwendige   
                                zonwering aan te brengen, tenzij hij tevoren de   
                                goedkeuring van verhuurder heeft verworven ten   
                                aanzien van de constructie, de kleur en de wijze   
                                van bevestiging.
  
                                9.2 Het bepaalde in 3.1 tot en met 3.14 is van   
                                overeenkomstige toepassing.
  
                                Onderhoud
  
                                10.1 Huurder is ingevolge de wet (artikel 7:217   
                                juncto 240 Burgerlijk Wetboek), deze   
                                huurovereenkomst of het gebruik verplicht tot   
                                het verrichten van kleine herstellingen aan, op   
                                of in het gehuurde en verhuurder is verplicht op   
                                verlangen van huurder de overige gebreken te   
                                verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven   
                                vereist die in de gegeven omstandigheden   
                                redelijkerwijs niet van verhuurder zijn te   
                                vergen. Partijen zullen daartoe tijdig en op   
                                deugdelijke wijze -ieder voor zijn rekening -die   
                                voorzieningen, vernieuwingen daaronder begrepen,   
                                treffen of doen treffen, die daarvoor nodig zijn   
                                en waartoe de wet, enig wettelijk voorschrift of   
                                overeengekomen voorwaarden hen verplicht.
  
                                10.2 Het gestelde in 10.1 laat onverlet de in   
                                3.8 opgenomen verplichting van huurder tot   
                                onderhoud, herstel en vernieuwing van door of   
                                vanwege huurder zelf aangebracht voorzieningen.
  
                                10.3 De voor rekening van huurder komende kleine   
                                herstellingen worden door of namens verhuurder   
                                verricht indien dit onderhoud onder de door of   
                                namens verhuurder te verzorgen leveringen en   
                                diensten in 6 van de huurovereenkomst is   
                                opgenomen.
  
                                10.4 Het hiervoor bepaalde laat onverlet de   
                                verplichting van ieder van partijen, die   
                                voorzieningen voor zijn rekening te nemen, die   
                                dienen te worden getroffen als gevolg van opzet,   
                                schuld, nalatigheid of onoordeelkundig gebruik   
                                van hemzelf of van personen voor wie hij   
                                aansprakelijk is.
  
                                10.5 Indien verhuurder het nodig oordeelt aan   
                                het gehuurde of het gebouw of complex waarvan   
                                het gehuurde deel uitmaakt of aan belendingen   
                                onderhoud, herstel, vernieuwing of andere   
                                werkzaamheden te verrichten of te doen   
                                verrichten of indien deze nodig zijn in verband   
                                met eisen of maatregelen van de overheid of   
                                openbare nutsbedrijven, zal huurder de personen,   
                                nodig voor het verrichten van die werkzaamheden   
                                in het gehuurde toelaten en die werkzaamheden en   
                                het eventuele ongerief gedogen, zonder daarvoor   
                                schadevergoeding, vermindering van de   
                                betalingsverplichting dan wel ontbinding van de   
                                huurovereenkomst te kunnen vorderen. Verhuurder   
                                zal omtrent het tijdstip van de uitvoering van   
                                de werkzaamheden, tijdig overleg met huurder   
                                plegen.
  
                                10.6 Indien een der partijen nalaat onderhoud,   
                                herstel of vernieuwing te zijnen laste uit te   
                                voeren of te doen uitvoeren dan wel indien deze   
                                op onoordeelkundige of slechte wijze zijn   
                                uitgevoerd -, is de andere partij gerechtigd om   
                                die werkzaamheden voor rekening en risico van de   
                                nalatige partij te (doen) verrichten, nadat deze   
                                een schriftelijke ingebrekestelling heeft   
                                gekregen waarin hem een redelijke termijn voor   
                                de nakoming is verleend.
  
                                Indien de voor rekening van huurder komende   
                                werkzaamheden geen uitstel kunnen gedogen, is   
                                verhuurder gerechtigd deze terstond voor   
                                rekening huurder te verrichten of te doen   
                                verrichten.
  
                                Toegang
  
                                11.1 Verhuurder en alle door hem aan te wijzen   
                                personen zijn gerechtigd het gehuurde na overleg   
                                met huurder op werkdagen tussen 08.00 uur en   
                                17.30 uur te betreden voor inspectie van de   
                                staat van het gehuurde voor de in 10.3 tot en   
                                met 10.6 genoemde werkzaamheden en voor taxaties.   
                                In noodgevallen is verhuurder gerechtigd ook   
                                zonder overleg en/of buiten genoemde tijdstippen   
                                het gehuurde te betreden.
  
                                11.2 Bij voorgenomen verkoop of veiling van het   
                                gehuurde, en de laatste drie maanden voor het   
                                einde van de huurovereenkomst, is huurder   
                                verplicht, na voorafgaande mededeling door of   
                                vanwege verhuurder, gelegenheid tot bezichtiging   
                                van het gehuurde te geven van 10.00 tot 12.00   
                                uur en van 14.00 tot 16.00 uur op werkdagen   
                                alsmede op de veilingdagen en zal hij   
                                gebruikelijke 'te huur' of 'te koop' borden of   
                                biljetten aan of bij het gehuurde gedogen.
  
                                Schade en aansprakelijkheid
  
                                12.1 Wanneer in, op of aan het gehuurde schade   
                                is ontstaan of dreigt te ontstaan, waaronder   
                                schade of dreigende schade aan leidingen, kabels,   
                                buizen, afvoeren, rioleringen, installaties en   
                                apparatuur, dient huurder de verhuurder daarvan   
                                onverwijld schriftelijk in kennis te stellen.
  
                                12.2 Indien er onmiddellijke schade dreigt of   
                                ontstane schade zich dreigt uit te breiden,   
                                dient huurder dit terstond bij verhuurder te   
                                melden en is huurder verplicht om onverwijld   
                                passende maatregelen te nemen ter voorkoming en   
                                beperking van (verdere) schade in of aan het   
                                gehuurde. Dit geldt in het bijzonder wanneer er   
                                schade tengevolge van enige weersgesteldheid is   
                                of dreigt te ontstaan.
  
                                12.3 Wanneer het gehuurde deel uitmaakt van een   
                                verzamelgebouw of een complex van woningen,   
                                geldt het in 12.1 en 12.2 gestelde eveneens ten   
                                aanzien van het totale gebouw of complex, meer   
                                in het bijzonder ten aanzien van de   
                                gemeenschappelijke ruimten en de belendingen.   
                                Rechtstreeks optreden van huurder is in deze   
                                gevallen alleen dan vereist, wanneer zulks   
                                redelijkerwijs van hem verwacht mag worden.
  
                                12.4 Verhuurder is niet aansprakelijk voor   
                                schade en derving van huurgenot die huurder   
                                en/of zijn huisgenoten lijdt/lijden of voor   
                                schade aan zaken toebehorende aan huurder en/of   
                                zijn huisgenoten als gevolg van zichtbare of   
                                onzichtbare gebreken aan het gehuurde, tenzij   
                                die schade of derving huurgenot aan verhuurder   
                                is toe te rekenen of indien die schade is   
                                veroorzaakt door een gebrek dat bij het aangaan   
                                van de huurovereenkomst aanwezig was en dat   
                                verhuurder dat toen kende of had behoren te   
                                kennen.
  
                                5
12.5 Verhuurder is niet aansprakelijk voor de   
                                schade, veroorzaakt aan de persoon en/of zaken   
                                van de huurder of diens huisgenoten door storm,   
                                vorst, blikseminslag, ernstige sneeuwval,   
                                overstromingen, stijging of daling van het   
                                grondwaterpeil, natuurrampen, atoomreacties,   
                                gewapende conflicten, burgeroorlogen, opstanden,   
                                onlusten, molest en andere calamiteiten.
  
                                12.6 Huurder is aansprakelijk voor schade aan   
                                het gehuurde, die is ontstaan door een hem toe   
                                te rekenen tekortschieten in de nakoming van een   
                                verplichting uit de huurovereenkomst. Alle   
                                schade, behalve brandschade, wordt vermoed   
                                daardoor te zijn ontstaan. Onder huurder wordt   
                                in dit lid mede verstaan: huisgenoten van de   
                                huurder en derden, die zich in het gehuurde   
                                bevinden.
  
                                12.7 Huurder is gehouden tot het afsluiten van   
                                -en tot het instandhouden van -een adequate   
                                inboedelverzekering op gebruikelijke voorwaarden.   
                                Voor schade die valt onder de reikwijdte en   
                                dekking van een door huurder afgesloten   
                                verzekering dient huurder zich eerst tot zijn   
                                verzekeraar te wenden.
  
                                Bescherming woonklimaat
  
                                13.1 Indien het gehuurde deel uitmaakt van een   
                                gebouw of complex, waartoe ruimten en terreinen   
                                behoren waarop huurder geen exclusieve   
                                gebruiksrechten heeft, zal hij zijnerzijds er   
                                toe bijdragen, dat deze ruimten en terreinen   
                                niet worden verontreinigd en niet worden   
                                gebruikt voor andere doeleinden dan waartoe zij   
                                kennelijk, dan wel krachtens de huurovereenkomst   
                                of de aanwijzingen van verhuurder, zijn bestemd.
  
                                Huurder zal met name niet het dak, de   
                                schakelruimten voor de lift, de brandladders, de   
                                ruimte voor de centrale verwarmingsinstallatie   
                                en de ruimte voor de hydrofoor betreden of doen   
                                betreden. Het is huurder evenmin toegestaan   
                                voertuigen, kinderwagens, fietsen of andere   
                                voorwerpen elders dan op of in de daarvoor   
                                bestemde gelegenheden te plaatsen, of beddengoed,   
                                wasgoed e.d. aan de buitenzijde van het gebouw,   
                                anders dan binnen het balkon, te kloppen of uit   
                                te hangen.
  
                                13.2 Het is huurder zonder voorafgaande   
                                toestemming van verhuurder niet toegestaan:
  
                                a. op of aan het gehuurde reclame, in welke vorm   
                                dan ook, voor zich of voor derden aan te brengen   
                                of te doen aanbrengen;
  
                                b. een mechanische afzuigkap en andere   
                                apparatuur aan te sluiten of te doen aanbrengen   
                                op een ventilatiekanaal;
  
                                c. de in het gehuurde aanwezige rookkanalen in   
                                te richten of te gebruiken ten behoeve van een   
                                open haardvuur of een zogenaamde allesbrander,   
                                tenzij het om gebruik gaat ten behoeve van een   
                                open haard die van het gehuurde deel uitmaakt.   
                                Het gestelde in 3.1 tot en met 3.14 is van   
                                overeenkomstige toepassing.
  
                                13.3 Het is huurder niet toegestaan:
  
                                a. in of bij het gehuurde dieren te houden die   
                                overlast veroorzaken;
  
                                b. verbrandingsgassen op andere wijze dan via   
                                aanwezige rookkanalen af te voeren of daarvoor   
                                ontluchtingskanalen te gebruiken.
  
                                c. hennep of soortgelijke gewassen in het   
                                gehuurde te telen, verdovende middelen te hebben   
                                en/of daarin handel te drijven vanuit het   
                                gehuurde of enige andere activiteit te   
                                verrichten die op grond van opiumwet strafbaar   
                                zijn gesteld. Het handelen in strijd met dit   
                                verbod is dermate ernstig dat dit ontbinding van   
                                de huurovereenkomst op de kortst mogelijke   
                                termijn rechtvaardigt.
  
                                13.4 Huurder zal omwonenden of huurders van   
                                hetzelfde gebouw of complex geen hinder of last   
                                bezorgen en er voor zorgdragen dat de bij hem   
                                met zijn goedvinden aanwezige derden alsmede   
                                zijn of hun bezoekers dit evenmin doen.
  
                                13.5 De bepalingen 13.1 t/m 13.4 beogen onder   
                                meer het bevorderen van goed woonklimaat tussen   
                                de gebruikers van het gebouw of complex waartoe   
                                het gehuurde behoort.
  
                                13.6 Huurder zal zich gedragen en het gehuurde   
                                gebruiken en onderhouden zoals het een goed   
                                huurder betaamt.
  
                                Bijkomende leveringen en diensten
  
                                14.1 Voor zover het gehuurde deel uitmaakt van   
                                een gebouw of complex en de leveringen en   
                                diensten mede betrekking hebben op andere   
                                daartoe behorende gedeelten stelt verhuurder het   
                                naar zijn oordeel redelijkerwijs voor rekening   
                                van huurder komende aandeel in de kosten van die   
                                leveringen en diensten vast. Verhuurder hoeft   
                                daarbij geen rekening te houden met de   
                                omstandigheid dat de huurder van een of meer van   
                                deze leveringen en diensten geen gebruik maakt.
  
                                14.2 Verhuurder verstrekt huurder elk jaar,   
                                uiterlijk 6 maanden na het verstrijken van dat   
                                kalenderjaar, een rubrieksgewijs overzicht van   
                                de aan verhuurder in rekening gebrachte kosten   
                                van de leveringen en diensten, met vermelding   
                                van de wijze van berekening daarvan en voor   
                                zover van toepassing, het aandeel van huurder in   
                                die kosten. Indien aan de verhuurder kosten in   
                                rekening worden gebracht, die niet een   
                                kalenderjaar betreffen, maar een andere periode   
                                van 12 maanden die een boekjaar vormt en welk   
                                boekjaar in het verstreken kalenderjaar eindigt,   
                                neemt de verhuurder de kosten over die andere   
                                periode in het hiervoor bedoelde overzicht op.
  
                                Bij beëindiging van de huur heeft het overzicht   
                                als hiervoor bedoeld betrekking op het tijdvak   
                                van het kalenderjaar, dat op het tijdstip van de   
                                beëindiging reeds is verstreken.
  
                                14.3 Wat blijkens het overzicht over de   
                                betreffende periode, rekening houdend met   
                                voorschotbetalingen, door huurder te weinig is   
                                betaald of door verhuurder te veel is ontvangen,   
                                dient binnen een maand na verstrekking van het   
                                overzicht te worden bijbetaald of terugbetaald.
  
                                14.4 Verhuurder biedt huurder desgewenst de   
                                gelegenheid, gedurende een maand na verstrekking   
                                van een overzicht, tot inzage van de aan het   
                                overzicht ten grondslag liggende boeken en   
                                andere zakelijke bescheiden of van afschriften   
                                daarvan.
  
                                6
14.5 Huurder is gebonden aan een inkrimping   
                                of uitbreiding van de door verhuurder te   
                                verzorgen leveringen en diensten en het daarbij   
                                behorende gewijzigde voorschotbedrag, indien die   
                                wijziging betrekking heeft op leveringen en   
                                diensten die slechts aan een aantal huurders   
                                gezamenlijk geleverd kunnen worden en tenminste   
                                70% van die huurders daarmee heeft ingestemd.   
                                Een huurder die niet met de wijziging heeft   
                                ingestemd, kan binnen acht weken na de   
                                schriftelijke kennisgeving van de verhuurder dat   
                                overeenstemming is bereikt met tenminste 70% van   
                                de huurders, een beslissing van de rechter   
                                vorderen omtrent de redelijkheid van het   
                                voorstel.
  
                                14.6 Ingeval tot de leveringen en diensten de   
                                levering van gas, electriciteit, warmte en/of   
                                (warm) water behoort kan verhuurder na overleg   
                                met huurder de wijze van bepalen van het   
                                verbruik en het daaraan gekoppelde aandeel van   
                                huurder in de kosten van het verbruik aanpassen.
  
                                14.7 Wordt het verbruik van gas, electriciteit,   
                                warmte of (warm) water bepaald aan de hand van   
                                verbruiksmeters en ontstaat wegens niet of   
                                onjuist functioneren van deze meters een geschil   
                                over huurders aandeel in de kosten van verbruik,   
                                dan wordt dit aandeel vastgesteld door een   
                                bedrijf dat in het meten en vaststellen van   
                                afgenomen gas, electriciteit, warmte en/of   
                                (warm) water is gespecialiseerd. Dit geldt   
                                eveneens bij beschadiging, vernietiging of   
                                fraude met betrekking tot de meters,   
                                onverminderd alle andere rechten die verhuurder   
                                in dat geval tegenover huurder heeft, zoals het   
                                recht op herstel of vernieuwing van de meters en   
                                vergoeding van geleden schade.
  
                                Kosten van verbruik
  
                                15. De kosten van verbruik van water, gas,   
                                elektriciteit en andere energie, waaronder   
                                begrepen de kosten van het aangaan van een   
                                overeenkomst tot levering en de meterhuur   
                                daarvoor, alsmede de kosten verbonden aan het   
                                leveren van beeld, geluid- en andere signalen,   
                                zijn voor rekening van huurder, ook indien deze   
                                door de leverancier aan verhuurder in rekening   
                                worden gebracht.
  
                                Huurder is verplicht zich aan de reglementen en   
                                voorschriften van de desbetreffende instanties   
                                te houden en dient het voor zijn rekening   
                                plaatsen en opnemen van meters te gedogen.   
                                Boetes, onkosten en schade, veroorzaakt door of   
                                verschuldigd wegens handelingen van huurder in   
                                strijd met de voorschriften terzake van deze   
                                voorzieningen, komen ten laste van huurder.
  
                                Betalingen
  
                                16. De betaling van de huurpenningen en van al   
                                hetgeen verder krachtens deze overeenkomst is   
                                verschuldigd, zal uiterlijk op de vervaldata in   
                                Nederlands wettig betaalmiddel -zonder   
                                opschorting, korting, aftrek of verrekening met   
                                een vordering welke huurder op verhuurder heeft   
                                of meent te hebben, behoudens in het geval als   
                                gesteld in artikel 7:206 lid 3 Burgerlijk   
                                Wetboek -geschieden door storting dan wel   
                                overschrijving op een door verhuurder op te   
                                geven rekening. Het staat verhuurder vrij door   
                                middel van schriftelijke opgave aan huurder   
                                wijziging aan te brengen in de plaats of wijze   
                                van betaling. Verhuurder is gerechtigd te   
                                bepalen op welke openstaande vordering uit de   
                                huurovereenkomst een door hem van huurder   
                                ontvangen betaling in mindering komt, tenzij   
                                huurder bij de betaling uitdrukkelijk anders   
                                aangeeft. In het laatste geval is het gestelde   
                                in artikel 6:50 Burgerlijk Wetboek niet van   
                                toepassing.
  
                                Hoofdelijkheid, medehuur
  
                                17.1 Indien meerdere personen zich als huurder   
                                hebben verbonden, zijn deze steeds hoofdelijk en   
                                ieder voor het geheel jegens verhuurder   
                                aansprakelijk voor alle uit de huurovereenkomst   
                                voortvloeiende verbintenissen. Uitstel van   
                                betaling of kwijtschelding door verhuurder aan   
                                een der huurders of een aanbod daartoe, betreft   
                                alleen die huurder.
  
                                17.2 lemand die samen met een of meer anderen de   
                                huurovereenkomst met verhuurder is aangegaan en   
                                heeft ondertekend, zonder dat er sprake is van   
                                wettelijk medehuurderschap, verliest zijn   
                                huurderschap niet door het gehuurde definitief   
                                te verlaten. Ook dan blijft hij hoofdelijk   
                                aansprakelijk voor de verplichtingen uit de   
                                huurovereenkomst. Een contractuele medehuurder (samenhuurder)   
                                kan slechts samen met de andere huurder(s) de   
                                huurovereenkomst door opzegging beëindigen.
  
                                17.3 Bij het aangaan van de overeenkomst dient   
                                huurder aan verhuurder te melden of hij gehuwd   
                                is dan wel een geregistreerd partnerschap is   
                                aangegaan. Huurder zal de persoonsgegevens van   
                                zijn partner aan verhuurder opgeven. Indien   
                                huurder na het aangaan van de huurovereenkomst   
                                huwt, dan wel een geregistreerd partnerschap   
                                aangaat, zal hij dit terstond schriftelijk aan   
                                verhuurder meld en onder opgave van de   
                                persoonsgegevens van de partner.
  
                                17.4 De verbintenissen uit de huurovereenkomst   
                                zijn, ook wat erfgenamen en andere   
                                rechtverkrijgenden van huurder betreft,   
                                hoofdelijk.
  
                                Huurprijswijziging
  
                                18 Indien het gehuurde zelfstandige woonruimte   
                                met een geliberaliseerde huurprijs betreft:
  
                                -vindt de jaarlijkse huurprijswijziging plaats   
                                op basis van de wijziging van het   
                                maandprijsindexcijfer volgens de
  
                                consumentenprijsindex (CPI), reeks alle   
                                huishoudens (2000=100), gepubliceerd door het   
                                Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS);
  
                                -wordt de gewijzigde huurprijs berekend volgens   
                                de formule: de gewijzigde huurprijs is gelijk   
                                aan de geldende huurprijs op wijzigingsdatum,   
                                vermenigvuldigd met het indexcijfer van de   
                                vierde kalendermaand die ligt voor de   
                                kalendermaand waarin de huurprijs wordt   
                                aangepast, gedeeld door het indexcijfer van de   
                                zestiende kalendermaand die ligt voor de   
                                kalendermaand waarin de huurprijs wordt   
                                aangepast;
  
                                7
-zal de huurprijs niet gewijzigd worden   
                                indien de aanpassing leidt tot een lagere   
                                huurprijs dan de laatstgeldende, doch in dat   
                                geval blijft die laatstgeldende huurprijs   
                                ongewijzigd, totdat bij een volgende indexering   
                                het indexcijfer van de kalendermaand, die ligt   
                                vier kalendermaanden v66r de kalendermaand   
                                waarin de huurprijs wordt aangepast, h6ger is   
                                dan het indexcijfer van de kalendermaand, die   
                                ligt vier kalendermaanden voor de kalendermaand   
                                waarin de laatste huurprijsaanpassing heeft   
                                plaatsgevonden. Alsdan worden bij die   
                                huurprijswijziging het indexcijfer van de   
                                kalendermaand gehanteerd, die vier   
                                respectievelijk 16 maanden ligt voor de   
                                kalendermaand waarin de huurprijs wordt   
                                aangepast;
  
                                -zal een zoveel mogelijk vergelijkbaar   
                                indexcijfer worden gehanteerd, indien het CBS de   
                                bekendmaking van bedoeld prijsindexcijfer staakt   
                                of de basis van de berekening daarvan wijzigt,   
                                en kan bij verschil van mening hieromtrent door   
                                de meest gerede partij aan de directeur van het   
                                CBS een uitspraak worden gevraagd die voor   
                                partijen bindend is. De eventueel hieraan   
                                verbonden kosten worden door partijen elk voor   
                                de helft gedragen;
  
                                -geldt de gewijzigde huurprijs ook indien van de   
                                wijziging aan huurder geen afzonderlijke   
                                mededeling wordt gedaan.
  
                                Beëindiging door opzegging
  
                                19. Beëindiging van de huurovereenkomst door   
                                opzegging dient te geschieden:
  
                                -per deurwaardersexploot of aangetekende brief   
                                en
  
                                -met ingang van de dag waarop een nieuwe   
                                betaalperiode aanvangt en
  
                                -met inachtneming van een opzegtermijn.
  
                                De opzegtermijn is gelijk aan de duur van een   
                                betaalperiode, maar is voor een opzegging door   
                                huurder niet korter dan een maand en niet langer   
                                dan drie maanden en voor een opzegging door   
                                verhuurder niet korter dan drie maanden.
  
                                In verzuim zijn I boetebeding
  
                                20.1 Huurder is in verzuim door het enkele   
                                verloop van een bepaalde termijn.
  
                                20.2 Voor elk geval dat huurder in verzuim is   
                                met de tijdige en volledige betaling van een   
                                geldsom, is hij 1 % rente per maand verschuldigd   
                                over de verschuldigde hoofdsom vanaf de   
                                vervaldatum tot aan de dag van algehele   
                                voldoening van de hoofdsom. Hierbij wordt een   
                                gedeelte van een maand als een voile maand   
                                aangemerkt.
  
                                20.3 Indien een van partijen toerekenbaar   
                                tekortschiet in de nakoming van enige   
                                verplichting welke ingevolge de wet en/of de   
                                huurovereenkomst op haar rust en de andere   
                                partij daardoor gerechtelijke en/of   
                                buitengerechtelijke maatregelen moet nemen, zijn   
                                alle daaruit voortvloeiende kosten voor rekening   
                                van de tekortschietende partij.
  
                                20.4 Ingeval het tekortschieten bestaat uit de   
                                niet tijdige betaling van een geldsom en in   
                                verband met de incassering daarvan   
                                buitengerechtelijke kosten moeten worden gemaakt,   
                                worden deze hierbij bepaald op tenminste 15% van   
                                het verschuldigde bed rag met een minimum van   
                                €. 125,--. Ingeval de buitengerechtelijke   
                                incasso door een gemachtigde c.q. raadsman/raadsvrouw   
                                geschiedt, worden deze bedragen vermeerderd met   
                                de door verhuurder aan zijn gemachtigde c.q.   
                                raadsman/raadsvrouw over de buitengerechtelijke   
                                incassokosten verschuldigde omzetbelasting.
  
                                20.5 De aanspraak op vergoeding van   
                                buitengerechtelijke kosten ontstaat pas nadat de   
                                partij die tekortschiet schriftelijk door de   
                                andere partij is aangemaand, waarbij haar een   
                                redelijke termijn tot nakoming is gesteld en de   
                                nakoming binnen die termijn uitblijft.
  
                                20.6 Huurder is aan verhuurder een direct   
                                opeisbare boete van € 25,-- per kalenderdag   
                                verschuldigd voor elke verplichting uit deze   
                                overeenkomst met de bijbehorende algemene   
                                bepalingen die hij niet nakomt of overtreedt,   
                                onverminderd zijn verplichting om alsnog aan die   
                                verplichting te voldoen en onverminderd   
                                verhuurders overige rechten op schadevergoeding   
                                of anderszins. Genoemd bedrag is gebaseerd op   
                                het prijspeil 1 januari 2003 en wordt met ingang   
                                van 1 januari 2004 jaarlijks geïndexeerd.
  
                                Appartementen
  
                                21.1 Indien het gebouw of complex waarvan het   
                                gehuurde deel uitmaakt, is of wordt gesplitst in   
                                appartementsrechten, is huurder verplicht de uit   
                                de splitsingsakte, statuten of reglementen   
                                voortvloeiende voorschriften omtrent het gebruik   
                                in acht te nemen. Hetzelfde geldt als het gebouw   
                                of complex eigendom is of wordt van een   
                                coöperatie.
  
                                21.2 Verhuurder is verplicht om, voor zover dat   
                                in zijn vermogen ligt, niet mee te werken aan   
                                het tot stand komen van voorschriften die in   
                                strijd zijn met de huurovereenkomst.
  
                                23.3 Verhuurder draagt er zorg voor dat huurder   
                                in het bezit wordt gesteld van de hier bedoelde   
                                voorschriften omtrent het gebruik.
  
                                Afvalstoffen/chemisch afval
  
                                22. Ingeval door de daartoe gerechtigde   
                                instanties of van overheidswege richtlijnen of   
                                voorschriften zijn gesteld ten aanzien van het (gescheiden)   
                                aanbieden van afvalstoffen, is huurder verplicht   
                                bij voortduring deze aanwijzingen nauwgezet na   
                                te leven.
  
                                Bij de niet nakoming of niet volledige nakoming   
                                van deze verplichting is huurder aansprakelijk   
                                voor de daaruit voortvloeiende financiële,   
                                strafrechtelijke en mogelijk andere   
                                consequenties.
  
                                8
  
                                
  
                                
Wet Bescherming persoonsgegevens
  
                                23. Huurder verstrekt bij het aangaan van deze   
                                huurovereenkomst, door ondertekening daarvan,   
                                toestemming aan verhuurder en aan de (eventuele)   
                                beheerder om de persoonsgegevens van huurder in   
                                een bestand op te nemen / te verwerken.
  
                                Verzoeken
  
                                24. Behoudens in een geval dat deze door   
                                verhuurder op eigen initiatief wordt gegeven,   
                                kan huurder slechts een beroep doen op   
                                toestemming, goedkeuring, een verklaring of een   
                                mededeling van de zijde van verhuurder, indien   
                                huurder een verzoek daartoe schriftelijk heeft   
                                gedaan en verhuurder van zijn positieve reactie   
                                daarop heeft laten blijken. Aan de toestemming,   
                                goedkeuring of verklaring van verhuurder kunnen   
                                voorwaarden zijn verbonden.
  
                                Klachten
  
                                25. Huurder zal klachten en wensen schriftelijk   
                                indienen. In dringende gevallen zal dit   
                                mondeling kunnen gebeuren, waarna huurder de   
                                klacht zo spoedig mogelijk schriftelijk zal   
                                bevestigen.
  
                                Beheerder
  
                                26. Ingeval door verhuurder een beheerder is of   
                                wordt aangesteld, zal huurder zich omtrent alle   
                                met de overeenkomst verband houdende   
                                aangelegenheden met de beheerder verstaan.
  
                                Gevolgen van nietigheid of vernietigbaarheid
  
                                27. Indien een deel van de huurovereenkomst of   
                                van de algemene bepalingen nietig of   
                                vernietigbaar is, dan laat dit de geldigheid van   
                                de overige bepalingen onverlet. In plaats van   
                                het vernietigde of nietige deel geldt alsdan als   
                                overeengekomen hetgeen op wettelijk toelaatbare   
                                wijze het dichtst komt bij hetgeen partijen   
                                overeengekomen zouden kunnen zijn, indien zij de   
                                nietigheid of de vernietigbaarheid gekend zouden   
                                hebben.
  
                                Slotbepaling
  
                                28. Tenzij partijen daarmee hebben ingestemd of   
                                anders zijn overeengekomen is algehele of   
                                gedeeltelijke tussentijdse ontbinding van de   
                                huurovereenkomst en opschorting van de   
                                verplichtingen uit de huurovereenkomst slechts   
                                mogelijk met tussenkomst van de rechter.